ArchLand00213.pngStandaardnamen gebruiken

Commando

Locatie

Gebruik standaardnamen

Bestand > Instellingen document

Met het commando Gebruik standaardnamen beheert u de naamgeving voor lagen, klassen en zichtvensters in een project. U kunt het standaard VWArch naamgevingssyteem gebruiken of een eigen naamgevingssysteem instellen. Een dergelijk systeem kan opgezet worden voor een consistente werkmethode op kantoor of kan dienen om een specifiek bestand om te zetten naar de bedrijfsstandaard. Dit commando kan ook gebruikt worden om specifieke kenmerken in te stellen voor klassen in standaarden en om de namen van lagen, zichtvensters, bewaarde tekenzones en klassen in de huidige standaard te wijzigen. Let wel: met dit commando creëert u geen nieuwe lagen, klassen, zichtvensters of bewaarde tekenzones.

Als klassen, lagen, zichtvensters en bewaarde tekenzones niet genoemd zijn volgens de VWArch standaarden, komen hun namen mogelijk niet overeen met de hier gebruikte voorbeeld lagen- en klassennamen.

Om standaardnaamgevingssysteem voor lagen, klassen, zichtvensters en bewaarde tekenzones in te stellen:

Selecteer het commando.

Het dialoogvenster ‘Gebruik standaardnamen’ wordt geopend. Selecteer een standaardnaamgevingssysteem voor het bestand en kies of de standaardnamen automatisch aan objecten moeten worden toegekend.

Klik hier om de velden te tonen/te verbergenKlik hier om de velden te tonen/te verbergen

Veld

Omschrijving

Actieve standaard

Selecteer de naamgevingsstandaard die u wilt toepassen op klassen, ontwerplagen, presentatielagen, zichtvensters en bewaarde tekenzones.

Details

Hiermee opent u het dialoogvenster ‘Details standaardnamen’ waar u de namen voor standaarden op maat kunt aanpassen (User 1, User 2 en User 3). De standaard moet wel eerst ingesteld worden als actieve standaard.

Automatisch omzetten

Vink deze optie aan om objecten automatisch toe te wijzen aan een bepaalde klasse (zie Automatisch gecreëerde klassen). Als de tekening reeds objecten bevat op het moment dat u het automatisch omzetten inschakelt, kunt u kiezen of u nieuwe standaardnamen wilt toepassen op de bestaande objecten of niet bij het verlaten van het dialoogvenster.

Sommige automatische klassenstandaarden, zoals voor irrigatie, zijn altijd ingeschakeld.

Klik op Details om de namen van klassen, lagen, zichtvensters en bewaarde tekenzones te bewerken.

Het dialoogvenster ‘Details standaardnamen’ wordt geopend. Ga naar het tabblad Klassen voor u een overzicht van alle klassenamen. Op het tabblad Ontwerplagen staan de namen voor ontwerplagen en op het tabblad Pres.lagen, zichtv., bewaarde tekenzones staan de namen voor zichtvensters en hun gelinkt presentatielagen, alsook de namen voor bewaarde tekenzones.

Gebruik de referentielijst om de omzetting naar standaardnamen te controleren. U kunt zelf namen opgeven in een actieve standaard op maat door een nieuwe naam in te voeren voor elke laag, klasse, zichtvenster en bewaarde tekenzone. Indien gewenst kunt u ook klassekenmerken voor elke standaard of klassenaam instellen. Zie Kenmerkenpalet.

Klik hier om de velden te tonen/te verbergenKlik hier om de velden te tonen/te verbergen

Veld

Omschrijving

Referentiestandaard

Wanneer u een referentiestandaard selecteert, worden de relevante namen voor klassen, lagen, zichtvensters en bewaarde tekenzones in de lijst eronder weergegeven. Elk item in de referentiestandaard is omgezet naar een item in de actieve standaard.

User 1, User 2 en User 3 zijn standaarden op maat. Het is ook mogelijk om uw eigen standaard aan te maken (zie Standaarden op maat creëren).

Actieve standaard

Dit is de actieve standaard van het bestand (geselecteerd in het dialoogvenster ‘Gebruik standaardnamen’).

Lijst referentiestandaard

Hier vindt u de lijst met namen van alle klassen, lagen, zichtvensters en bewaarde tekenzones in de referentiestandaard.

Lijst actieve standaard

Hier vindt u de omgezette lijst met namen van alle klassen, lagen, zichtvensters en bewaarde tekenzones in de actieve standaard.

Omschrijving

Dit veld bevat extra informatie over het geselecteerde item in de lijst.

Bewerk naam

Voor een actieve standaard op maat, zoals User 1, User 2 pf User 3, kunt u in het veld onder te lijst de naam van de geselecteerde klasse, laag, zichtvenster of bewaarde tekenzone bewerken.

Klassekenmerken

(Alleen tabblad Klassen)

Definieer de kenmerken van een geselecteerde klasse in de lijst Actieve standaard.

Lijn

Selecteer de lijnkenmerken voor de klasse.

Lijnkleur

Selecteer de gewenste kleur voor de lijn.

Lijndikte

Selecteer de gewenste dikte voor de lijn.

Lijnstijl

Selecteer de gewenste lijnstijl.

Vulling

Selecteer de vulkenmerken voor de klasse.

Patroon

Selecteer een patroon als vulling.

Voorgrondkleur

Selecteer een voorgrondkleur voor de vulling.

Achtergrondkleur

Selecteer een achtergrondkleur voor de vulling.

Automatisch toekennen

Vink deze optie aan om de klassekenmerken automatisch toe te passen zodra u een object in die klasse creëert.

Als u Automatisch omzetten inschakelt wanneer er al objecten in de tekening aanwezig zijn, kunt u kiezen of u nieuwe standaardnamen wilt toepassen op de bestaande objecten of niet.

Standaarden op maat creëren

Ingekorte of uitgebreide standaarden op maat